In West-Limburgs wordt er een werpspel gespeeld waarbij de spelers met metalen schijven gooien naar een doel: een houten of kurken stop waarop hun inzet van geldstukken ligt. Het is een traditioneel Kempisch spel met vele namen en varianten. In Balen-Olmen heet het ‘tepke schieten’, in Meldert is het ‘schremmeke schieten’ en in Beverlo noemen ze het‘stopke kappen’.
Stopke kappen in Beverlo
Romain Kaerts heeft naast zijn huis een speciaal breed zandpadaangelegd naar zijn tuin. Op vrijdagavonden in de zomer wordt er stopke kappen gespeeld. Het spel loopt best met 6 of 7 spelers, minder of meer mag ook. Elke speler zet 5 eurocent in, en dat geldstapeltje wordt bovenop een stop geplaatst, dat is een stuk borstelsteel van 5 cm lang. De stop met het geld wordt in het zand gezet, en dan moet de spelvolgorde nog bepaald worden. Alle spelers werpen hun spelschijf, een ronde metalen plaat van 8mm dikte en 6cm diameter, van bij de stop naar de startlijn die op 5m afstand ligt. Wie dichtst bij de startlijn gooit mag beginnen, en de volgorde die zo ontstaat blijft gans de avond van kracht.
Het eigenlijke spel kan dan beginnen. Om beurt gooit iedere deelnemer zijn schijf, die herkenbaar is met een nummer aan beide zijden. Er wordt geworpen tot de stop om ligt. Het geld valt dan eraf en elke deelnemer krijgt het geld dat dichtst bij zijn schijf ligt. Soms heeft één speler de ganse pot, soms is het verdeeld, wanneer de geldstukken verspreid weggevlogen zijn. De spelers meten zo nauwkeurig mogelijk met behulp van een stuk aardingsdraad als meetlat. Maar het geld dat dichtst bij de stop ligt blijft eigendom van de stop. Als nagenoeg al het geld bij de stop ligt wordt er verder gespeeld, tot de stop weggeschoten is. Soms ligt er zelfs geld op de omgevallen stop. Als een plaat tegen de stop ligt, dan is het geld dat vlakbij ligt ook voor de stop: “geld brandt aan de stop” zeggen ze. Om te meten of een plaat de stop raakt (“of het brandt”) gebruiken ze zelfs een voelermaat, die gemaakt is om de vonkafstand van bougies te meten. En er is nog meer: Indien een speler geld van de stop werpt terwijl de stop blijft staan, dan moet hij de inzet verdubbelen. Ooit geeft er een stapel van 70 geldstukken op de stop gelegen!
En nog dit: als er zand op het geld of de platen ligt gebruiken ze een pluim om de zandkorrels weg te vegen, zodat ze juist kunnen meten. En het spelen eindigt wanneer de duisternis valt, want dan kan er niet meer zorgvuldig gemeten worden.
Romain kent dit spel van in zijn kindertijd, kort na de tweede wereldoorlog. Het werd onder meer gespeeld bij familiefeesten. Begin deze eeuw is hij met enkele vrienden opnieuw beginnen spelen op vrijdagavond in de zomer, op dezelfde manier als in zijn kindertijd. Hun clubje bestaat uit een 15-tal spelers, jong en oud. Romans kleinzoon speelt wel eens mee, en een buurjongen van 12 gooit als de besten. Soms stoppen er fietsers om te kijken. Ooit kwam een politieman uit de buurt (in burger) voorbij, en hij merkte op: Ik wist niet dat gij illegale spelletjes doet… Gelukkig is het geen verboden kansspel op veel geld, met muntjes van 5 eurocent kan je niet veel verdienen. Ze doen het zuiver voor het spelplezier en de gezelligheid. Daarom hebben ze ook nummerbordjes met een ring die net groot genoeg is om over de hals van hun bierflesje te hangen. Dus niet alleen de platen zijn genummerd.
Ook elders in de wijk Korspel wordt er nog stopke kappen gespeeld, maar daar doen ze het op een hardere petanquebaan, op dolomiet, en dat vindt Romain niet zo goed: het moet op zand zijn. En als het zand niet meer vlak ligt werkt hij zijn spelbaan bij met een schup. Romain heeft de vrije tijd na zijn pensioen als elektrieker in de mijn van Beringen nuttig ingevuld: hij is actief bij de heemkring van Beverlo en hij is de trekker van het stopke kappen. En sommige van zijn 5 kinderen en 9 kleinkinderen volgen reeds zijn voorbeeld.
Schremmeke schieten in Meldert
In Meldert organiseert Benny B. het ‘schremmeke schieten’.Bij dat spel gooien de spelers elk met eengrote rondel ( Ø 6 cm) naar een kurkenstop van een wijnfles waar op een stapeltje geldstukken ligt. Ze spelen met oude 1 frank stukken die Benny heeft kunnen verzamelen. Vooraf krijgt elke speler 20 franken als startkapitaal. De inzet per spel bedraagt 2 frank. Er wordt gespeeld met 6 tot 12 spelers, en ze gooien in volgorde van hun leeftijd. Als de stop omgegooid wordt vliegt het geld soms ver rond; elke speler krijgt de geldstukken die het dichtst bij zijn rondel liggen. Als er geldstukken op een rij liggen dan ‘plakken’ ze aan elkaar en gaat de ganse rij naar de speler wiens rondel dichtst bij ligt. Maar de stop heeft altijd voorrang.Het geld dat dichtst bij de stop ligt blijft van de stop.
Indien een speler geld van de stop afgooit zonder dat de stop omvalt moet die speler de helft van de totale inzet bij opleggen als boete, en wordt er verder gespeeld. Soms is dat zoveel dat het volgende spel gespeeld wordt zonder inzet; en dan moet de speler zijn boete alleen opleggen.
Benny kende het schremmeke schieten uit zijn kindertijd,en sinds 2009 organiseert hij het op dinsdagavond in de zomer. Dinsdag is immers de sluitingsdag van het enige dorpscafé in Meldert: ‘de Nachtmis’ en met het schremmeke schieten werd een sociale leegte op dinsdag ingevuld, met succes.
Er wordt gespeeld op een terrein van de gemeente, achter het huis van Benny. De gemeentediensten hebben zelfs een wandelweg naar het voetbalterrein omgelegd rond het spelterrein, zodat het schremmeke schieten kan verdergaan. De club heeft een 25-tal spelers, van twintigers tot zeventigers, ook kinderen kunnen meespelen. Voor de oudste spelers is er zelfs een magnetische trekstaaf om de rondellen op te rapen. Er komen ook toeschouwers en supporters, er is plaats voor een dertigtal. Benny mikte oorspronkelijk vooral op buren, maar er komen nu zelfs meer spelers van verder in het dorp.
Benny heeft wel wat werk op dinsdagen: Het terrein klaarmaken, gras maaien, zorgen dat er drank aanwezig is, … In de namiddag komen er al enkele gegadigden om samen te eten: BBQ, frieten of ander lekkers dat ze ter plaatse klaar maken. Nadien begint het spel.Er wordt gespeeld tot iedereen zijn startkapitaal ingezet heeft. Nadien gaan alle oude franken terug de doos in voor de volgende keer. Ze spelen enkel voor het plezier. Vroeger hielden ze nog een rangschikking bij, maar daar zijn ze mee gestopt.
Benny heeft het spelterrein in 2020 omgebouwd tot een petanque banen overdekt met een tent. En er is verlichting. Zo kunnen beide spellen ook na zonsondergang gespeeld worden.Het kan wel één uur ’s nachts worden vooraleer de laatste gast vertrokken is. Dit is een van de voorbeelden die tonen dat Meldert een levendig dorp is. Zelfs de dorpskermis in het tweede weekend van september is er heropgestart.
De benaming ‘schrem’ zou afkomstig zijn van het Duitse metaalbedrijf Albert Schrem. In de 2de WO werden er Limburgers weggevoerd om verplicht te werken in Duitsland. Tijdens werkpauzes hebben ze daar gespeeld met aanwezig materiaal: rondellen van Schrem. Ze gooiden ermee naar een koord op de grond; de schrem die het dichtst bij de koord lag was van de winnaar. Het metaalbedrijf Albert Schrem bestaat nog steeds.
Info van Johan Reynders uit Heusden