Palmzondag, ook Palmpasen genoemd, is de laatste zondag van de 40-daagse vastentijd en tevens het begin van de Goede Week, waarin het lijden van Christus wordt herdacht. Het Johannesevangelie verhaalt hoe Jezus Christus als koning van de Joden wordt ingehaald in Jeruzalem terwijl zijn aanhangers en volgelingen met palmen wuiven, hun mantels spreiden op de grond en Hosanna zingen.
Dit gebeuren wordt in de katholieke kerk jaarlijks herdacht op Palmzondag. In de pastorale eenheid Sint-Trudo Sint-Truiden gebeurt dat door palmwijding, palmprocessie en eucharistieviering. Dit is een oude traditie die sedert drie jaar een metamorfose heeft ondergaan omdat het engagement en de belangstelling van jong en oud, groot en klein, enorm is toegenomen. Voor sommigen is dit een fijne traditie, maar voor velen is het een beleving van hun geloof in het begin van de Goede Week. Dit samen vieren is voor de gelovigen heel belangrijk en dat willen ze ook tonen aan de buitenwereld. Jong en oud, kinderen en kleinkinderen, misdienaars en de Chiro gaan samen in processie op weg naar Pasen. Voor buitenstaanders en voorbijgangers lijkt dit een vreemd gebeuren en zij kijken vol verwondering naar de voorbijtrekkende processie zonder de betekenis ervan te begrijpen.
Tijdens de voorafgaande week wordt alles in gereedheid gebracht onder leiding van de ceremoniarius en met goedkeuring van deken W. Ceunen. Aan de gelovigen van de zondagsvieringen voor palmzondag wordt gevraagd om palmtakken naar de kerk te brengen; die worden dan op palmzondag na wijding uitgedeeld. Een groot kruis wordt bekleed met palmtakken, en meegedragen in de processie. Nadien wordt het in de kerk geplaatst op het hoogkoor waar het gedurende de Goede Week blijft staan. De kerk wordt feestelijk versierd. Het mooie zilveren kerkelijk vaatwerk wordt klaargezet voor de eucharistieviering. De toelating om processie te houden wordt aan de stadsdiensten en aan de politie gevraagd opdat alles ordelijk en veilig kan verlopen. De misdienaars komen samen om te repeteren. De muziekkapel en de vendelzwaaiers van Chiro-St.-Marten worden gevraagd om mee op te stappen in de processie. Aan de misgangers van de oaseviering in de Sint-Martenkerk wordt gevraagd om tijdens de palmwijding en de palmprocessie te zingen onder leiding van S. Goyvaerts samen met alle medegelovigen.
Op palmzondag zelf verzamelen de gelovigen in de St.-Martenkerk om 10 uur. Zij brengen palmtakjes mee en wie er geen heeft krijgt er wel in de kerk; daar staan manden, gevuld met palmtakjes, klaar om uit te delen. Er wordt dan samen gezongen en het evangelie van Palmzondag wordt gelezen. Vervolgens verlaten de gelovigen de kerk en gaan naar het oorlogsmonument naast de kerk waar de priester de palmtakken wijdt en er wordt weer gezongen. De ceremoniarius geeft dan het startsein voor het vertrek van de processie : de processie komt in beweging met de muziekkapel en vendelzwaaiers van Chiro-St.-Marten voorop. Dan volgt het kruis, versierd met palm, gevolgd door de groep misdienaars, die een mand met gewijde palm meedragen. Dan volgen een diaken en de priester-deken en dan stapt een grote groep gelovigen met palmen in hun handen al zingend mee op door de Stapelstraat, dwars over de Markt naar de collegiale Onze-Lieve-Vrouwekerk. Maar hier is de poort gesloten terwijl een groot aantal gelovigen de processie daar opwachten.
De kruisdragers kloppen dan driemaal met het kruis tegen de kerkpoort, die daarop geopend wordt. Dit staat symbool voor het kloppen aan de hemelpoort bij het heengaan op het einde van ons leven om al dan niet in het Rijk der Hemelen toegelaten te worden. De processie samen met nog vele toekijkende gelovigen gaat de kerk binnen om de plechtige eucharistieviering samen te vieren. Na de viering worden nog gewijde palmtakjes uitgedeeld en zelfs de hele namiddag kan men voor een palmtakje terecht in de kerk. Ook nadien tijdens de Goede Week komen er regelmatig mensen een palmtakje vragen, en ze ontvangen dit dan ook.
Na de eucharistieviering kaarten de gelovigen nog na in het portaal van de kerk en zelfs op het plein voor de kerk met een lekker glaasje bubbels, fruitsap of een kopje koffie en wat lekkers, aangeboden door de parochie.
In de namiddag of enkele dagen nadien steken landbouwers, veehouders, tuinders en zelfs mensen met een eigen tuin een palmtakje op het veld voor een goede oogst en dus ter bescherming tegen allerhande onheil. Ook in de stallen wordt er een palmtakje gestoken ter bescherming van de dieren en tegen gevaren als brand en storm. In sommige families is het eveneens een gewoonte om met palmzondag naar het kerkhof te gaan en er een palmtakje te plaatsen op het graf van hun geliefden opdat hun lieve doden in het Rijk Gods mogen komen.