Voorwoord
Met vele honderden, zoniet duizenden zijn ze: de Limburgers die jaarlijks via hun (of andermans) voortuin ritueel communiceren met buren, voorbijgangers, etsers en automobilisten tot zelfs tv-kijkers toe …
Voor sommigen onder hen betreft het een heuse traditie, zoals bijvoorbeeld André P. uit Diepenbeek die elke Kerst huis en tuin tooit met veel licht. Anderen schakelen zich occasioneel in een ritueel in, denk maar aan jonge bouwers die de mei (laten) richten eens de ruwbouw voltooid is. Nog anderen, en dit lijkt vooralsnog de groot- ste groep, vormen het (al dan niet lijdend) voorwerp van een vriendelijke vorm van ‘charivari’. Waar een begrip als ‘charivari’ in de volkskundige theorievorming en litera- tuur duidt op ‘een rituele sanctie van een gemeenschap van mensen op afwijkend gedrag’, zal u als lezer van de in deze bundel opgenomen verhalen merken dat het vaak gaat om eerder milde vormen van ‘bestraf ng’ zoals het afdwingen van een traktatie. Niet het sanctioneren, maar eerder de bevestiging van de communitas (of gemeenschap) lijkt bij een eerste, snelle analyse van de verhalen in dit boek de boventoon te voeren… Lees verder