De kunst van het tonpraten: “humor maken is niet gelachen”

Tonprater Roger in actie.

 De 77-jarige (hij zegt zelf liever dat hij “7 maal 11 jaar oud” is) Roger Schepers is naar eigen zeggen een introverte persoon, maar hij leeft helemaal open als hij een microfoon in zijn handen krijgt. En dat is handig meegenomen als ‘tonprater’…

Als jongen van 12 à 14 jaar was hij soms tot uren in de nacht aan het televisiescherm gekluisterd om er naar Duitse carnavalszittingen te kijken. Hier zag hij voor het eerst buutredeners of tonpraters (Buut is Duits voor ton)  in actie.

Het acteren en presenteren zat er van kinds af in bij Roger: hij stond al vrij jong op het podium, zong in een kindermusical, was  bij een zangkoor, speelde toneel bij de K.A.J. en was ook actief in een orkest. Later was hij in zijn vrije tijd ook kinderanimator, presentator van de Vostertfeesten, speelde hij de goedheilige man en als zanger heeft hij een 300-tal liedjes in zijn repertoire…

In november 1980 waagde Roger het erop en deed hij zijn eerste tonprater-act, met als publiek het zangkoorwaarvan hij toentertijd lid was.In de jaren ’80 van vorige eeuw had hij meteen veel succes.

Het duurde dan ook niet lang eer Roger in 1984 de eerste keer van zes Limburgs kampioen tonpraten werd. De Belgische kampioenschappen waren vaak een afspiegeling van de Limburgse en daar mocht Roger drie keer zegevieren gaan als kampioen. Hij schopte het zelfs een keer tot internationaal kampioen (van België, Nederland en Duitsland).

België (en dan dan vooral Noord-Oost-Limburg), Nederland en Duitsland vormen niet toevallig het kerngebied van de tonpraters. De eerste melding van een buut dateert uit 1823 (exact 200 jaar geleden dus) op een carnavalszitting in Keulen. Net zoals de hofnarren vroeger, stond deze ‘performer’ op een ton om goed te kunnen opvallen. Via het Rijnland verspreidde het gebruik zich over Nederland en verder tot in Noord-Oost-Limburg.

“Een tonpraat-act is altijd in het dialect, en dus ongeveer gebonden aan de grenzen van een bepaalde dialectregio; hij zou absoluut geen succes hebben in een andere dialectregio”, licht Roger toe.

Roger heeft een catalogus van ongeveer 60 à 65 zelfgeschreven acts, die elk zo’n 20 minuten duren, de maximum aandachtsspanne van een publiek. Zijn inspiratie haalt hij uit het dagelijks leven: een voetballer, een 25 jaar getrouwd koppel, een Marokkaanse gastarbeider, ‘Roger de oude pee’, een fotograaf, een vader van een groot gezin, ‘Miss SLIMburg’, een zatte muzikant, een gemeentewerker, etc.

Sommige acts schreef hij op een dag tijd, anderen hadden maanden tijd nodig. Op zijn nachtkastje liggen steevast pen en papier voor als hij in bed een nieuwe ingeving krijgt. Rogers vrouw is altijd zijn eerste publiek: zij leest zijn acts na en geeft advies. “Vroeger ging mijn vrouw ook regelmatig mee naar mijn optredens, maar als je die acts een keer of drie gehoord hebt, is het ook genoeg geweest, vermoed ik”.

Bij elke act horen ook aangepaste kledij en attributen, liefst zo eenvoudig mogelijk en niet te veel om mee te sleuren. De buutredener moet meteen opvallen als hij de zaal binnenkomt en achter zijn ‘ton’ gaat staan. Die kleren en attributen heeft Roger mooi geordend in een kast, per act zitten ze in een koffer of een tas. Zo moet hij niet telkens alles bijeenzoeken.

Roger als zatte muzikant.

“Met humor kan je lachen, maar humor maken is niet gelachen”, benadrukt Roger. Ik leerde al snel de kneepjes van het vak. Seks mag, maar niet te veel. Wat aangebrande humor is wel OK. Religie kan je beter vermijden.

Roger heeft zijn schrijfstijl ook wel aangepast door de tijd, want hij merkte dat het steeds moeilijker wordt om niemand te kwetsen. Humor is veranderd, en de mensen zijn wat minder verdraagzaam geworden. Daarom kent Roger graag op voorhand ook zijn publiek, om niet voor verrassingen te komen staan. “Een optreden voor zes nonnen is iets heel anders dan voor 1.500 mensen in de Limburghal van Genk”, lacht Roger. Hij zal ook niet snel  een optreden in de mergelgrotten van Kanne vergeten, en enkele optredens op televisie en voor de radio.

Enkele leerlingen van BOL.

Het tonpraten heeft Rogers leven enorm veranderd, zegt hij zelf. Het lijkt dan ook geen onlogische stap dat hij de kunst van en zijn liefde voor het tonpraten wilt doorgeven. 28 jaar geleden werd Roger daarover aangesproken door de toenmalige voorzitter van de FEN (Federatie Europese Narren), die de belangen van carnavalsgroepen behartigt. Samen met Raf Hoebers startte Roger BOL: het Buutte Onderwijs Limburg. Ze begonnen met een schooltje in Maasmechelen, erna in Zonhoven, en nu zitten ze in Meeuwen.

Jaarlijks volgen maximum 11 leerlingen 11 wekelijkse lessen (telkens van 20u tot 22u11), gevolgd door een try-out. In de lessenreeks worden de leerlingen begeleid bij het bedenken van de humor, geven ze elkaar commentaar, oefenen ze hun act, denken ze na over hun attributen enz.

Er is redelijk wat interesse voor de lessenreeks. Een deel van de leerlingen zijn “vaste klanten”, en de nieuwe leerlingen variëren in leeftijd van 13 jaar tot jong gepensioneerden. Er zijn ook vrouwelijke leerlingen, maar dat is eerder een minderheid. Het merendeel van de leerlingen komt uit de carnavalsverenigingen, en het zijn dikwijls personen die graag willen weten hoe het is om eens op een podium te staan.

Roger is -terecht- bijzonder trots ook op het boek ‘Tonpraten en carnaval in Limburg’, dat hij samen met Hubert Maessen van FEN Vlaanderen in 2013 publiceerde.

Door BOL probeert Roger de kunst van het tonpraten mee in leven te houden, want het moet gezegd: sinds corona is het aantal vragen voor optredens heel erg teruggevallen. “Het organiseren van feesten wordt ook altijd maar duurder, en dan wordt er in het aanbod gesnoeid…”

Cartoon van tonprater Roger.

Bekijk hier een reportage over het tonpraten, met beelden van een optreden van Roger: https://www.tvl.be/programmas/hallo-limburg-buutte-onderwijs-145708

Interview door Pieter Neirinckx.
Contactgegevens van Roger Schepers: Begoniastraat 2 – 3670 Meeuwen-Oudsbergen

0479 48 49 49

[email protected]

Plaats een antwoord

Limburgs Volkskundig Genootschap