Teen-en rietvlechten in Dilsen-Stokkem

Het diploma van Frans uit 1961, van de toenmalige teen-en rietvlechtschool te Stokkem.
Het diploma van Frans uit 1961, van de toenmalige teen- en rietvlechtschool te Stokkem.

Op een april dag hadden we een afspraak met Frans Davids van Huize Davids, ‘De Mandenvlechter’ in hartje Stokkem aan de Maas. Het was een leuke beleving met Frans en zijn vrouw Annie om naar hun verhaal te luisteren over een uitstervend beroep. We werden al dadelijk ingewijd in de verschillende soorten materialen en uiteraard bleef een demonstratie van een werkstuk niet uit.

Een wisplant brengt een tiental wissen voort. Ze worden tien cm uit elkaar geplant. Wissen worden slechts eenmaal per jaar gekapt, in januari en februari, nadat het gevroren heeft. Dat gebeurt met een snoeischaar of machinaal.

Waar vroeger de wissen gekweekt werden in eigen beheer op plantages in Stokkem en omstreken worden deze nu aangekocht en zijn daardoor een gans jaar beschikbaar.

Manden gemaakt van geschilde witte wissen
Manden gemaakt van geschilde witte wissen.

Verschillende soorten wissen zijn:

Ongeschilde wissen (familie van de knot -of treurwilg) met zijtakjes dienen voor grof werk (zoals voor decoratie en/of verpakkingsdoeleinden). Zij worden gewoon gedroogd en zijn dan grauw (ongeschild), gebruikt om bijvoorbeeld manden of beschutting te vlechten.

Witte wissen:deze worden na het kappen in een rootplaats (stilstaand water) gezet, lopen daardoor opnieuw uit, waarna de schil loskomt zodat ze gestroopt kunnen worden. Zij worden vooral gebruikt voor huishoudelijke toepassingen (wasmanden, broodmandjes).

Tenslotte zijn er nog de buffwissen die met de schil gekookt en dan gestroopt worden: voor winkel-of hondenmanden, fietskorven, fantasieartikelen,…..

Het vlechten bij Frans vindt thuis plaats, reeds drie generaties van vader op zoon en voor de vierde generatie gebeurt de overdracht op dochters. Er is weinig veranderd in de technologie van het vlechten. Het verschil zit in de creativiteit die getoond wordt.

Vroeger waren het echte gebruiksvoorwerpen zoals stoelen (bestaande uit wissen met latten: driejarige dikke wissen of stokken aan de onderkant), duivenmanden, aardappelmanden, voetbalkoffers. De inhoud hier van droogt reeds gedeeltelijk door het open karakter van het koffer.

Frans bereidt zich voor om een demo ‘vlechten’ te geven!
Frans bereidt zich voor om een demo ‘vlechten’ te geven!

Tegenwoordig zijn de eindproducten gebruik- en siervoorwerpen. Ze zijn het resultaat van een hobby-activiteit, waarover Frans ook cursus geeft bij hem thuis. Is er veel veranderd? Bij Frans gaat het niet om massaproducten, maar het zijn unieke stukken, designvoorwerpen als het ware, inspelend op wat de mensen vragen.

De vroegere korvers hadden ieder hun eigen specialiteit. Het legertje korvers in Stokkem bestond uit 50 tot 60 korvers, nu zijn er slechts enkelen die nog actief vlechten. Het wissenstropen (het schillen) werd door de vrouwen uitgevoerd, terwijl de mannen moesten vlechten. De vrouwen bleven daarvoor thuis en waren zodoende vrijgesteld van onderwijs. De voorbereiding van het vlechten is intensief: wissen stropen, uitsorteren op lengte en dikte en weken (in het water zetten). Grauwe wissen liggen  drie tot vier weken in het water en worden getest op ‘soepelheid’: indien ze breken zijn ze niet soepel genoeg en dus nog niet bruikbaar!

Het begin van elk vlechtwerk: de bodem. In de bodem worden de lange wissen gestoken en omgebogen. Zo wordt de omtrek gevormd
Het begin van elk vlechtwerk: de bodem. In de bodem worden de lange wissen gestoken en omgebogen. Zo wordt de omtrek gevormd.

Er bestaat in Vlaanderen niet echt een gemeenschap van vlechters. Nederland daarentegen heeft wel een hechtere groep van vlechters. Er is ook geen contact met scholen: de riet -en teenvlechtschool zoals oorspronkelijk opgericht als vakschool om het beroep te leren is er niet meer. Frans was bij de laatste afgestudeerden in 1961. Deze vakschool is nu een school voor mindervaliden (BuSo De Garve). Frans is trouwens leerkracht geweest in het BuSo maar ook in de vormingscentra van Syntrain Genk en Tongeren. Ook in Bokrijk heeft hij dit oud beroep aangeleerd aan belangstellenden voor oude ambachten. Je vond hem verder in Culturele Centra en als leerkracht bij bewegingen als KWB en KVLB. Vaak stond hij voor grote klassen omdat er zoveel belangstelling was. Als er meer dan 15 deelnemers waren ging zijn vrouw Annie mee.

De zijkant wordt gevormd door de verschillende lengten in de bodem in te steken en (na insnijden) omgeplooid om de omtrek te vormen
De zijkant wordt gevormd door de verschillende lengten in de bodem in te steken en (na insnijden) omgeplooid om de omtrek te vormen.
Het gewicht houdt de bodem op de korfplank, om zo laag per laag de mantel vol te vlechten
Het gewicht houdt de bodem op de korfplank, om zo laag per laag de mantel vol te vlechten.

Frans is gespecialiseerd in maatwerk en kunstige verscheidenheid. Mand, stoel, bed, kast, een vakman moet dat allemaal kunnen maken.  Dit geeft Huize Davids dan ook zijn uniciteit, sterkte en klantenbinding. Vaak leidt deze bekendheid tot speciale projecten.

In 1985 vroeg een klant om een doodskist te maken voor een studieproject. Maar hij heeft geen plan bezorgd, enkel de afmetingen van het vlechtwerk, en de boodschap dat er een steen zou gebruikt worden om de doodskist af te sluiten. De afmetingen van die steen waren er niet bij. Een doodskist loopt normaal breder uit naar het hoofdeinde, maar de geleverde steen was erg klein en het werd eerder een bootvorm in plaats van de klassieke kistvorm! Bij de presentatie was er een naamplaatje van Frans naast de kist geplaatst, maar hij heeft dit weggenomen omdat het geheel gewoonweg niet klopte. Hij heeft voor deze ontwerper dan ook nooit meer iets gemaakt.

Handmade by ‘De Mandenvlechter’
Handmade by ‘De Mandenvlechter’.

Frans voerde eens een project uit voor een sojabonen schiller. Hij begon op vrijdag, en op zondag was het werk al klaar. De klant uit Antwerpen werd gecontacteerd op maandag en hij stond na een uur al aan de deur om zijn afgewerkt product te komen halen.

Voor een Duitse industrieel maakte Frans een zetel waarin diverse diktes van rotan verwerkt werden, en met dimlichtjes erin. De studente die deze zetel ontwierp als eindwerk gaf er ook een naam aan: ‘over the moon’.

het ‘reuze‘ project van Frans en Annie
Het ‘reuze‘ project van Frans en Annie.

Een klant wilde een groentekar om te gebruiken in Guatemala, een ontwerp dat ooit gestart was als het eindwerk van een studente. Frans maakte de groentekar in het klein op basis van een schets die hij kreeg.

Op een tentoonstelling van BuSo De Garve had Frans een speciale wieg geplaatst. De burgemeester en de pastoor waren ook aanwezig. Hun uitspraak luidde: “Dat is een wieg voor een koningskind”. Maar Frans had de wieg gemaakt voor zijn eigen kinderen, en later de kleinkinderen. “Mijn kinderen zijn dan ook koningskinderen”, zei hij fier.

Bij dergelijke tentoonstelling zijn er diverse soorten bezoekers, veel meer dan de cursisten die bij hem op regelmatige basis komen leren vlechten. Via hen wordt de kunst van het teen-en rietvlechten toch nog een beetje doorgegeven aan de volgende generaties. Ze willen nog steeds de techniek van het vlechten leren en de werkstukken maken voor eigen gebruik.

Vlechten blijfteen hobby voor Frans; hij doet het graag en het maakt hem gelukkig en fier om iets unieks te creëren dat mooi, gelukt en uniek is. Zijn passie drijft hem om door te gaan in dit vak. Hij gaat er mee slapen en hij staat er mee op!

Ook de drive om toch telkens iets nieuws te brengen stimuleert hem enorm. Zo staat er buiten voor Huize Davids een uitdaging: een grote eye-catcher in de vorm van een metershoge stoel in rotan, waarvan 80 % door zijn vrouw is gemaakt met een heel andere techniek: de zogenaamde doorsteek techniek.

Die stoel is een uitnodiging voor cursisten om zelfstandig te komen leren vlechten, do-it-yourself, met begeleiding van een iPad en onder het waakzaam oog van Frans.

De mensen die zijn cursus volgen gaan naar huis met iets dat ze zelf gecreëerd hebben. Een moeilijkheid bij het aanleren van het vlechten is dat de wissen, eenmaal gevlochten, vervormd zijn en niet meer hergebruikt kunnen worden (in tegenstelling tot pitriet). Dit zorgt voor relatief veel verspilling van materialen. Daarom begint de opleiding met enkele werkjes in pitriet, waarin diverse technieken worden aangeleerd. De evolutie in de daaropvolgende werken is groot. Dat gaat van éénslag werkjes (met één draad), over tweeslag (met twee draden vlechten) tot drieslag werkjes (met drie draden vlechten). Zo ervaren de cursisten zelf het resultaat van goede instructies, uitleg en oefening stap voor stap. Maar ze beginnen altijd met pitriet vlechten omdat die stukjes uit elkaar gehaald worden, en pitriet dan herbruikbaar is. Drieslag kennis is heel belangrijk in afgewerkte producten omdat een mand steeds begint met een drieslag: dit noemt men het opzetten van de mand. In de cursus leren ze stukjes maken die ze zelf kunnen gebruiken: op deze wijze wordt er ook niets verspild.

De routine die men verkrijgt vanuit het pitriet vlechten is de basis om vervolgens te kunnen vlechten met andere materialen. Vlechten met pitriet is niet voor de ‘derde leeftijd’, zoals wel eens wat meewarig gezegd wordt, maar creëert de basis voor het latere werk. En dat is voor alle leeftijden! Cursisten gaan met het positieve gevoel “dat heb ik zelf gemaakt” naar buiten, voldaan en fier over het eigen werk. Sommige mensen gaan dan ook verder met vlechten als hobby. Het is echter een utopie om ervan te kunnen leven.

Tenslotte zijn de drie dochters van Frans en Annie ook actief en hebben de basis van het vlechten onder de knie, maar de levenslange ervaring van Frans moeten ze natuurlijk nog even missen.

Frans en Annie zijn een goed gastgezin, dat bewijst de uitgebreide uitleg aangevuld met leuke anekdotes maar ook het feit dat hun vakantieappartement gegeerd is bij bezoekers van gans het land. De demonstraties van het vlechten en de mogelijkheid om er een cursus vlechten te volgen vormen een echte meerwaarde ervan.

Het leslokaal en het appartement zijn te vinden aan de Maasstraat 17 te Stokkem (3650 Dilsen-Stokkem).

Interview  en foto’s door Willy Opdekamp.

[email protected]

voor meer info klik hier

 

Plaats een antwoord

Limburgs Volkskundig Genootschap